Hooidelta logo
vertelt u alles over hooibergen en hooicultuur

De drieroeder en de ijzeren berg

 

Vlist/West-Vlisterdijk 30 Vlist 4-9-2010 Suzan DSCEr is enige discussie over de vraag of in het verleden drieroeders met flexibele kap voorkwamen. Omdat voor een werkbaar oppervlak de kap dan ook zeskantig geweest zal zijn is de belasting per roede nogal groot en ook worden de lannenverbinding zwaar belast. Tenslotte moet men in dit geval met eenvoudige apparatuur (er waren immers nog geen lieren met staalkabels en vertraging) per roede een derde van het gewicht van de kap heffen. Om deze redenen bestaat twijfel over het bestaan van dit type.


Drieroeders zijn er (nu) alleen in moderne varianten, waarbij de kap niet flexibel is, de roeden buiten de lannen of lanen staan en de kap wordt geheven met een liersysteem.  Er zijn verschillende types:

1. Drieroeders met betonnen roeden en zeskante golfplaten kap

2. Drieroeders met houten roeden en rieten kap

3.Drieroeders met betonnen of metalen roeden en golfplaten zadeldak of zadel-schilddak

Gemengde types met betonnen of metalen roeden en rieten kap of met houten roeden drente/drente_uffelte-e.o0003.JPGen golfplaten kap

Bij het eerste type wordt de kap gevormd door gezaagde onderdelen. Horizontaal zijn dat de gordingen, vertikaal of schuin zijn dat de kepers. Deze laatste zijn op de hoeken aangebracht, zodat er dus zes zijn. Dikwijls komen ze bij elkaar in een nokstijl, een rechtop staand stukje hout in de top van de kap. Er zijn meestal drie of vier gordingen. Omdat de roeden halverwege de lannen buiten de kap staan is een geleider nodig, een metalen beugel aan de lannen die om de roede heen gaat. Naast zelfbouw waren er diverse firma’s die deze bergen leverden, zoals Vis, Haring en Huisman, te herkennen aan windvaantjes in de vorm van respectievelijk een vis, een pijl met uitgestanst jaartal en een smal pijltje met daarop de letter H.

Het tweede type is nu het meest aan te treffen in de streek rond Dalfsen. Op landgoed Den Aalshorst staan er verschillende. Hierbij rust de kap op bergijzers, die niet naar buiten, maar juist naar binnen uitsteken en zo de lannen ondersteunen. Ook hier zijn er kepers op de hoeken. Tussen deze kepers lopen sporen dwars op de lannen omhoog naar de kepers. In de genoemde regio zijn de kappen zeer steil, zo’n 50⁰.

aalshorst/aalshorst05_RJ.JPGHet derde type heeft het voordeel boven vierroeders dat de kap makkelijker kan kantelen bij het heffen. In de jaren rond 1960 kwam dit type helemaal in. Ze staan op de Noord-Veluwe en in de Overijsselse IJssel-Vechtstreek, maar bijvoorbeeld ook in Zuid-Holland komen ze voor.

Bij het kiezen voor het vierde type speelden verschillende overwegingen een rol. Zo had men bijvoorbeeld liever betonnen roeden omdat die langer meegaan (hoewel er soms betonrot in kwam), maar wel een rieten kap omdat men dacht of de ervaring had dat een golfplaten kap bij storm sneller de lucht in vloog. Anderen kozen voor houten roeden en een golfplaten kap omdat zij zo al het werk zelf konden doen. In het zuidwesten van de provincie Utrecht en het aangrenzende stuk van Zuid-Holland staan veel drieroeders met moderne roeden en rieten, niet-flexibele kap.

Hoewel al voor de oorlog drieroeders gebouwd zijn nam dit type pas werkelijk een kampen/77 Hooiberg , drieroeder bij Kampen.JPGgrote vlucht na de Tweede Wereldoorlog. Heel wat bergen van het eerste type zijn zelfs pas gebouwd in de jaren 1970-1980. In die tijd ging men in plaats van hooi gras oogsten, dat wil zeggen dat het gras op het land eerder geoogst werd; tevens liet men het korter drogen. Dat kon doordat er verschillende innovaties op de markt kwamen, zoals de opraapwagen waarmee men heel gemakkelijk het vrij korte gras kon verzamelen. Daarnaast kwam het hooikanon met verdeler in zwang, tussenregio/westbroek1.JPGwaardoor het gras zeer gemakkelijk in de berg geblazen kon worden. Tenslotte had men nu ook de beschikking over uitgebreide ventilatiesystemen, bestaande uit een houten of betonnen buis op de grond met daarin een ventilator, driehoekige houten roosters van open latwerk, die men om de zoveel meter in drie richtingen naar buiten legde bij het optassen en een ton, die mee omhoog getrokken werd bij het vullen van de berg. Zo ontstond een luchtschacht, die bovenaan werd afgesloten met de ton. De door de ventilator voortgeblazen lucht kon zo alleen zijdelings uitwijken, via de roosters door de berg. Als je de ventilator aanzette, stond de hele berg te stomen. Hierdoor kon je het gras in de berg nadrogen, zodat het dus wat korter op het land kon drogen, wat gunstig is in ons wisselvallige klimaat. Doordat elektriciteit in die jaren goedkoop was kon dit systeem een grote vlucht nemen. Het heeft alleen niet zo lang geduurd, want zo rond 1980 ging men op grote schaal over op kuilgras.
schoonheten_nellestein/schoonheten_nellestein (7).Omdat veel van dit soort bergen vrij jong zijn is het meest aangetroffen windwerk het type dat voorzien is van een wormsysteem.

  


 

Website mede mogelijk gemaakt door