Hooidelta logo
vertelt u alles over hooibergen en hooicultuur

De tweeroeder

 

Tweeroeders zijn onder te verdelen in een aantal types.

zwaluwenburg/zwaluwenburg16aug200702.JPGOp basis van dakvorm onderscheiden we types met zadeldak en types met schilddak. De laatste vorm lijkt vooral voor te komen op de Noordwest-Veluwe.

 


Op basis van het gebruikte materiaal onderscheiden we

t-Img00020.jpg1. authentieke types, die houten roeden en een rieten of strooien kapje hebben,

2. moderne  types, die metalen of betonnen roeden hebben en een golfplaten of plaatstalen kap hebben en

3.gemengde types, die kenmerken van beide vorige types hebben.

Op basis van de plaats van de roeden onderscheiden we types met de roeden binnen de kap en types met de roeden buiten de kap. Types met de roeden buiten de kap zijn eigenlijk altijd moderne types.
Tenslotte zijn er ook nog tweeroeders met of zonder verhoogde tasvloer. In het eerste geval kan de onderruimte zijdelings uitgebouwd zijn.

Bij de kapconstructie moeten we onderscheid maken tussen types met de roeden binnen, en types met de roeden buiten de kap. Bij het eerste type wordt de basis van de kap gevormd door een rechthoekig frame, in feite twee lange en  twee maal twee korte lanen, aan de uiteinden aan weerszijden van de roeden.  De lange lanen rusten op de korte. In de hoeken zijn eventueel schoortjes geplaatst. Oorspronkelijk werden Elburg/elburg_hooiberg_2010.JPGbij dit  type ronde sporen aangebracht die steeds per paar samenkomen in de nok. Aan de uiteinden worden zo, samen met de korte lanen, driehoeken gevormd, met zo’n 40-50 cm tussenruimte aan beide zijden van de kap. Aan weerszijden van de roede zijn er onder tegenaan twee dwarsbalkjes geplaatst. De gaten in de roeden lopen evenwijdig met de korte zijden van de kap. Door die gaten wordt een pen gestoken, waarop de korte dwarsbalkjes komen te rusten. Onder tegen de sporen kunnen nog in de lengte geplaatste gordingen gemaakt zijn. Op de sporen liggen tenen of panlatten, waaraan het riet of stro wordt bevestigd.

Modernere, gemengde types hebben in plaats van ronde sporen gezaagde kepers, waarop golfplaat of plaatstaal ligt. De korte zijvlakken waren vroeger wel van gevlochten stro, tegenwoordig meestal van hout.
Er bestaat ook nog of heeft bestaan een type waarbij de pen waar de kap op rust evenwijdig loopt aan de lengterichting van de kap. Dit type leidt tot meer schommelingen van de kap.


Voor het heffen van de kap werd in het geval van houten roeden dikwijls een kleine Putten/klein Kiefveldersteeg 11 Putten 18-3-2009 Dbergwinde gebruikt. Het stoeltje heeft dan twee armen die half om de roede heengaan. Door de gebogen uiteinden daarvan wordt een ijzeren pen gestoken die door de roede gaat. Houten roeden zijn dikwijls vervangen door metalen of betonnen roeden met liersysteem.

De kap van het type met buiten de kap geplaatste roeden is wat eenvoudiger. Hij bestaat alleen uit twee lange en twee korte lanen met daarop keperparen die in de nok samenkomen. Dikwijls zijn nog extra gordingen toegepast halverwege de lange dakvlakken en net onder of in de nok. De keperparen aan de uiteinden zijn onderaan verbonden, zodat een driehoek ontstaat. In de nok kan een dwarsbalkje zijn aangebracht ter versteviging. Bovendien kunnen schuin lopende windschoren zijn aangebracht. Op de kepers is golfplaat of plaatstaal bevestigd. Aan de korte zijden van de kap, die vaak met hout of ook met golfplaat bekleed zijn, zijn metalen kapgeleiders aangebracht in de vorm van vierkante of ronde beugels, die om de roeden heengaan. De staalkabel van het liersysteem splitst zich als het ware bij de kap, waarbij de uiteinden aan de korte lanen zijn vastgemaakt.
Bij deze moderne hooibergen maakt men voor het heffen van de 
kap gebruik van liersystemen, hetzij met een windas met palrad, hetzij met een worm.

Uiteraard zijn op de genoemde mogelijkheden kleine variaties mogelijk.


  

  

Website mede mogelijk gemaakt door