Het bewegen van de kap.
In de zomer werd toen de houten hooiberg nog gemeengoed was het verse hooi, goed gedroogd vanwege de kans op hooibroei en hooibergbrand, in de hooiberg geladen. Elders kunt u vinden hoe dat werd gedaan. Boven de groeiende hoop hooi beschermde de kap tegen inregenen en bederf van het hooi. ( De hooiopper stond "naakt"buiten maar de top werd apart bewerkt, in de hooiberg zou dat dagelijks moeten gebeuren voor een veel te groot oppervlak.) Naarmate de berg hooi groeide en hoger werd moest daarom de kap omhoog. In de winter ging de kap dus ook weer omlaag. In het hele land gingen continue bijna gelijktijdig de kappen omhoog en omlaag. Stel je eens voor hoe dat er uit de lucht uitzag. Zeker in regio's met veel en grote bergen als Zuid Holland en de Hooidelta.
Omdat de kap niet te tillen is verzon men de methode om per roede de hoekpunt van de kap een gat hoger of lager te tillen. Dat werd met hulpmiddelen gedaan. Men ging van roede naar roede. Bij die grote bergen in de Hooidelta en in Zuid Holland kon dat heffen van de kap wel een hele dag in beslag nemen. In Zuid Holland kende men een ingewikkelde constructie: de heeft. (zie foto boven).
Bij een vaste constructie zou bij het heffen van de kap en dus wrikken snel breuk optreden in de lanen en/of in de sporen. Bouwers van kant en klaar bergen weten dat vaak niet en dat leidt tot pech. Op de foto hiernaast is te zien dat er sprake is v an een nieuwe zware berg. Die kan alleen geheven worden met de heeft of de bergwinde (zie verder), maar zeker niet met de eenvoudige hefboom zoals te zien en die bestaat uit boom en ketting. Het leidde tot breuk van een lan..
Het unieke van het dak van een hooiberg is dan ook de beweeglijkheid van de onderdelen. Daar waar delen elkaar raken kan er gewrongen worden: in de top en op de hoeken. Dat vereist ook dat de rietdekker daar rekening mee houdt en aan de top en op de hoeken extra slim te werk gaat. Het vereist ook dat de constructie niet te zwaar beladen wordt. Vroeger hadden de daken een dunne laag riet, tegenwoordig wordt er een zware laag aangebracht. Oude constructietekeningen gaan uit van een dunne laag. Bouwt u bijvoorbeeld een Ruhof berg denk daar dan aan en wenst u toch een dikke laag riet, neem dan zwaardere lanen en sporen!
Globaal genomen onderkennen we een achttal methoden voor het heffen van de kap. Met de hand, met de rikrak, met boom en ketting , met de bergwinde , met de dommekracht en met de heeft. Later kwam de lier in zwang . Uit correspondentie met de Hudson Valley Vernacular Architecture Association (HVVA) kon een -amerikaanse- methode worden toegevoegd. We bespreken ze hier:
1 |
| Amerikaanse methode . De foto spreekt voor zich. | |||
| |||||
2 | De kleine bergjes werden met de handen van de boer en diens buren getild . Dat geldt vooral voor de kleine een- en tweeroeder. | ||||
| |||||
3 | Met de rikrak of verstekhaal. De rikrak werd gebruikt voor de kleinere eenroeder. De rikrak is een houten, later ijzeren, geval dat te beschrijven valt als een rechthoekige bak van hout of staal zonder deksel en bodem. Kortom er zijn vier wanden. In de vorm van een rechthoek. Twee tegenover elkaar liggende minder breed als de roede breed is en twee, tegenoverelkaar liggend , langere en meer als twee gaten bedekkend in de roede. De wanden zijn 10 cm hoog. De lange wanden zijn de verticale. Ze hebben twee rijen gaten, niet op gelijke hoogte waardoor pennen kunnen worden gestoken. Op die pennen rust los een hefboom met twee uitsparingen die corresponderen met de plek van de pennen. De hefboom wordt omhoog getild over de hoogste pen, aan het hefeinde komt deze nog hoger waardoor de onderste inmiddels vrije pen nu in het hogere gat gestoken kan worden. Dat heffen geeft indien snel gedaan een rik rak geluid.... Aan het uiteinde van de hefboom hangt een ketting, die je kan verbinden met een oog in het draagdeel van het dak: heffen van de hefboom hijst dan het dak omhoog.
| ||||
| |||||
4 | Met boom en ketting heffen, zakken met laattouw. Lichte daken werden vaak met een hefboom en een ketting geheven, een heel eenvoudige constructie. De ketting werd aan de vit of het bergijzer en daarmee aan de roede gehangen. De hefboom werd door de ketting gestoken en onder de lan geschoven. Daarmee werd de kap omhoog bewogen. NB Tegenwoordig worden daken veel zwaarder gebouwd door "professionele" bouwers. Soms krijgt u als extra er een leuke boom en ketting bij. Niet gebruiken! Breken kan dodelijk zijn. Als het dak moest zakken werd een touw aan een ijzeren pen gebonden, boven in de roede werd deze pen in een gat gestoken. De boom werd uit de ketting gehaald en het touw werd om de boom gedraaid. Daardoor kon de boom onder een lan met het touw klemgedraaid worden. De stikke werd uit de roede gewrikt en daarna werd het touw langzaam van de boom gewikkeld. Om die reden was het touw aan het hand einde dunner dan aan de roede kant. Het wordt in Salland het laattouw genoemd.
| ||||
| |||||
5 |
De winde
De stoel
| Met de bergwinde, wain, waag of naaf. Een groot rieten dak is te zwaar voor de ketting en boom en vraagt dus om een andere aanpak. Al honderden jaren gebruikt men daarvoor hetzelfde werktuig. Het wordt in de meeste streken bergwinde of bergwaag , een soort van vijzel, genoemd. In Betuws dialect bergwijn of bergwain. De winde is een uniek resultaat van vakmanschap en tijd: het maken kost meerdere dagen. Kijk daarvoor in de rubriek gereedschappen. De werking van deze “omgedraaide kurkentrekker” is eigenlijk heel simpel. Het komt er op neer dat men per roede de daar elkaar ontmoetende 2 lanen één gat omhoog krikt. En dat de “berg rond”doet. De beugels worden bij het omhoog krikken ontlast. De beugel dragende vit kan uit het gat gehaald worden , en een gat hoger geprikt. De beugel wordt er weer aan gehaakt . De kurkentrekker zelf wordt met een stoeltje gesteund. De stoel is een stuk ijzer met aan de ene kant twee uitsteeksels die in de gaten passen van de roede. Aan de andere kant steekt een driehoek uit , met de korte kant boven. Hierin zit een holte. De onderkant van de kurkentrekker rust met een ijzeren punt in de holte aan de stoel. De kurkentrekker loopt via een gat met een passende winding door het juk.. Het juk wordt klemgezet onder beide lanen. Draaien van de kurkentrekker drukt het juk omhoog en dus ook de lanen en daarmee ook de kap. Overigens is het laten zakken van de kap ook weer een klus die veel energie vergt, en dus heeft in sommige streken de boer hier ook weer een passende oplossing voor: het laattouw. Dat wordt aan een bergijzer bevestigd en dan enkele keren om de lan gedraaid. Het dragende bergijzer wordt uit de roede getrokken en met het laattouw kan dan door vieren van het touw de lan een stukje zakken. Een kleine winde werd ingezet bij de tweeroeder. In de gerestaureerde hooiberg van boerderij de Werff worden grote wains gebruikt en is veel kracht nodig. Hier Arjin Vette, de trotse eigenaar, aan het werk. | |||
| |||||
6 |
| Met de bergheef. Een houten spaakwiel aan een houten as met een er omheen gewonden lang touw dat via katrollen een horizontaal daaronder los hangende balk omhoog beweegt. In die loshangende balk is een met een hoefijzer versterkt gat aangebracht. Daar past een verticale neer te zetten boom in met houten tanden. Aan één van de tanden kan een houten blok gehangen worden met behulp van een ijzeren schakel. Het geheel ingebouwd in een stellage. Dit wordt geplaatst naast de berg ter hoogte van het midden van een lan. Blok aan de balk wordt klem gezet onder de lan. Bij het draaien komt de lan omhoog.Het vereist een gat voor de verticale balk in het dak. Dat was bij de nieuwe berg (Ruhof berg Hattem) niet ingebouwd (eigenlijk dak voor boom en ketting). En dus werd daar de balk maar schuin gehangen met het blok erboven. Net als op de oude foto van een berg in Zoeterwoude. Maar nu weten we hoe het werkt. En is ook deze info interesssant: Interessant is deze info: Bij het artikel op Internet over het gebruik van een heeft om de kap van een Hollandse hooiberg omhoog (en omlaag) te brengen vraagt met zich af hoe de stand van de aan een ijzeren beugel hangende "klos" aan de boom (spil) tussen het blok van het heeft ten opzichte van de balk (lan?) van de hooiberg was. | |||
| |||||
7 | Met de dommekracht.
Een getande staaf wordt met een tandwiel door een zwengel omhoog gedraaid. Het geheel is ingebouwd in een houten verpakking. Tegenwoordig zijn ze geheel van staal. Je kunt niet hoger heffen dan ongeveer een derde van de lengte van de staaf. | ||||
| |||||
8 |
| Met katrol, draad en lier. Met een lier aan de roede, een katrol boven op de top van de roede en een draad vanaf de lier over de katrol naar beneden en bevestigd aan een lanhoek kan je een vast dak traploos omhoog en omlaag bewegen. De stijve kap deed rond 1930 zijn intrede en kondigde de dood aan van de oude houten rieten bewegelijke kap. In plaats van vier kwamen er drieroedige bergen.
Ook de eenroeder kent de lier.
| |||
|